Symposium Aardgasvrije wijken in Midden-Holland
Op 7 juni 2018 vond het symposium Aardgas vrije wijken in Midden-Holland plaats. Eén van de grootste uitdagingen die daarbij komt kijken is het uitfaseren van het aardgas en het overstappen op alternatieve, duurzame energiebronnen. Het doel van het symposium was om de regiogemeenten en andere stakeholders die betrokken zijn te informeren over de laatste ontwikkelingen. Dit vormde een goede eerste stap voor de overgang naar aardgasloze wijken en de gemeentelijke 'Transitievisie Warmte'.
De ODMH was de organisator van deze bijeenkomst.
Stand van zaken nu
Van het aardgas af gaan heeft gevolgen voor zowel de woningen die er al staan, als voor de woningen die nieuw gebouwd worden. Het startpunt van dit symposium voor de bestaande bouw is de net afgeronde warmteanalyse die inzichtelijk maakt welk alternatief de goedkoopste optie is voor welke wijk.
Voor de nieuwbouw is de belangrijkste ontwikkeling de wet VET die op 1 juli 2018 van kracht gaat. In negen sessies kwam een tiental sprekers aan het woord die hun ervaringen en kennis deelden over de transitie naar aardgasvrije wijken. Hieronder volgt een verslag van de bijeenkomst.
Alternatieven
In de warmteanalyse zijn diverse alternatieven van aardgas vergeleken. Toch zijn er nog drie alternatieven die of niet opgenomen zijn in de analyse of nog verdere toelichting nodig hadden.
- Energie uit water
Barry Scholten van IF Technology en Simon Bos van Tauw deelden voorbeelden van energiewinning uit oppervlakte water en riool (pptx, 12 MB). De schatting is dat door deze techniek 40 PJ aan energie beschikbaar is in Nederland om gebouwen te verwarmen. Het is mogelijk om met energie uit het riool bijvoorbeeld zwembaden compleet aardgasloos te verwarmen, waardoor de exploitatielasten lager worden en zwembaden bijvoorbeeld in dunbevolkte gebieden kunnen blijven behouden. Daarnaast heeft deze vorm van warmtewinning als positief bijeffect dat het zorgt voor enkele graden afkoeling van de omgeving in de zomer.
- Waterstof
Albert van der Molen van Stedin vertelde over de potentie van waterstof voor het verwarmen van huizen. Groene waterstof, gemaakt door elektrolyse van duurzame energie, kan voor oudere en lastig te isoleren huizen een uitkomst bieden. Waterstof is net als het fossiele aardgas een gas met een hoge energiewaarde. Met kleine aanpassingen kan het aanwezige gasnet geschikt gemaakt worden voor het vervoer van waterstof. Om een huis met waterstof te verwarmen is een aangepaste CV-ketel nodig, op dit moment wordt onderzocht of deze te fabriceren zijn. Verwarmen met waterstof kost echter meer energie dan verwarmen op basis van elektriciteit, omdat hierbij de elektriciteit eerst wordt omgezet in waterstof en daarna pas in warmte. Wanneer er een tijdelijk overschot is aan wind- of zonne-energie wordt de productie van waterstof interessant. Ook kan verwarmen op waterstof ingezet worden als tussenoplossing voordat een huis gereed is om over te stappen op een warmtepomp.
- Geothermie
Gerdien Priester van de Provincie Zuid-Holland vertelde over de mogelijkheden van geothermie (pptx, 3.4 MB) in de regio. Er worden op het gebied van geothermie al veel onderzoeken en projecten uitgevoerd in de provincie Zuid-Holland, maar nog weinig in regio Midden-Holland. Uit de presentatie bleek dat een groot deel van onze regio een ‘lage’ potentie heeft voor geothermie, maar er zijn ook wat delen die ‘gemiddelde’ of zelfs ‘hoge’ potentie hebben. Gerdien benadrukte het belang van voorbeeldprojecten in de regio Midden-Holland, want je weet pas echt wat geothermie oplevert wanneer je verdiepend onderzoek doet. Een geothermieproject bestaat grofweg uit twee onderdelen: een ondergronds- en een bovengrondsdeel. Bij ondergronds gaat het over het vooronderzoek, de boring en de exploitatie. Bovengronds, net zo belangrijk maar niet altijd in beeld bij iedereen, gaat over de afzetmarkt, de warmtenetten, en vragen als; Wat is de piek en back-up voorziening? wat gebeurt er met de warmte in de zomer?
Wat feiten op een rij: bij ongeveer 4000 woningen is het rendabel om een warmtenet met geothermie aan te leggen. Hoeveel huizen maximaal aangesloten kunnen worden op het warmtenet hangt af van de capaciteit van de bron (warmte en waterdoorlatendheid). De warmte die verwacht wordt in deze regio is ongeveer 70-75 graden Celsius.
Er is bij dit soort projecten ook een rol voor gemeenten weggelegd. Zo kan de gemeente een faciliterende of dirigerende rol pakken waarbij zij onder anderen warmtevraag creëert, integrale wijkaanpakken opzet en communiceert richting bewoners. De gemeente kan ook een adviserende rol innemen waarbij zij adviseert over vergunningen in kader van de mijnbouwwet, of zelfs als medefinancier of mede-initiator optreedt.
Communicatie
Communicatie met de samenleving en de bewoner zijn van groot belang bij deze transitie. Vooral in de bestaande bouw, hangt de transitie voor een belangrijk deel af van de beslissing van de individuele woningeigenaar. Vandaar dat er twee sessies gewijd werden aan dit onderwerp.
- Participatieaanpak Delfts Doen
Gemeente Delft heeft naar aanleiding van de omgevingswet en een initiatiefnemer uit de samenleving Delfts Doen opgezet, een participatieaanpak waarbij de hele stad betrokken wordt (inwoners, belanghebbenden en partners in de stad). Astrid Overvoorde legde uit hoe deze aanpak (pptx, 19 MB) ingezet wordt om toe te werken naar een Delfts warmteplan. Via participatiebijeenkomsten worden samen met de stad de uitgangspunten voor de Delftse Energiestrategie bedacht. Deze uitgangspunten worden vervolgens door de gemeente vertaald in een stappenplan/agenda. Het uiteindelijke doel is om in 2021 een Delfts warmteplan vast te stellen. In dat plan komt onder meer te staan hoe woningen van het aardgas af komen, wat het beste moment is en in welke wijk er kansen liggen om te starten. De eerste bijeenkomst was op 23 mei en werd drukbezocht, door bekende gezichten, maar ook veel nieuwe gezichten.
Susanne van Suylekom nam ons mee in de beleving van de bewoner, want het is van belang samen met de bewoner toe te werken naar een aardgasvrije gemeente. De transitie gebeurt namelijk lokaal, per wijk of per straat en er is niet één standaardoplossing die overal toepasbaar. Dat vergt communicatie met de bewoner. Wanneer duidelijk is waar en wanneer gestart wordt:
- is het van belang een besluitvormingsproces te faciliteren waarin woningeigenaren volwaardig mee kunnen beslissen;
- is het belangrijk een drempel weg te nemen door het bieden van financieringsmogelijkheden (bijvoorbeeld woning gebonden leningen);
- moeten de partijen die een rol spelen bij de transitie naar een aardgasvrije wijk of gemeente betrokken worden.
Susanne gaf ook een doorkijkje naar hoe bewoners tegen de transitie aankijken: 51% weet dat we gaan stoppen met aardgas en 56% is het ermee eens. De argumenten hiervoor verschillen per groep, maar 30% vanwege het klimaatprobleem. Verder hebben bewoners angst voor hoge oneerlijke kosten en er is weinig vertrouwen in besluitvorming; ze willen niets “door de strot geduwd hebben” en geen “schijn-invloed”. Volgens Susanne is het toverwoord in bewonerscommunicatie: vertrouwen! Wat kunnen gemeenten nu doen? Informeer de bewoners zo snel mogelijk over no-regret maatregelen en natuurlijke momenten om hun huis aan te pakken.
En nog veel meer…
- Ervaringen aardgasvrije nieuwbouw en de ministeriele regeling Wet VET
Mirjam Pronk van de Omgevingsdienst Midden-Holland ging kort in op de per 1 juli geldende wet VET in de nieuwbouw en de mogelijke uitzonderingen. Per 1 juli is het verboden om een gasaansluiting aan te leggen in nieuwbouw voor kleinverbruikers. Er zijn een aantal uitzonderingen beschreven in de (concept) ministeriële regeling. Reacties hierop zijn verzameld en verwerkt in een inzending voor de internetconsultatie. In de workshopsessie kwam men tot de conclusie dat de meeste nieuwe projecten gelukkig het uitgangspunt hebben omarmd om aardgasvrij te bouwen. In samenwerking met de netbeheerder is een enkel project waar aardgas gepland was, ook al teruggedraaid. Samenwerking tussen gemeente, projectontwikkelaar en netbeheerder is daarin het sleutelwoord.
- Rol van de netbeheerders bij wijkgerichte aanpak
Eelco de Vink van Stedin en Esmeralde van Vliet van Liander gaven aan de hand van voorbeeldcases van Stedin (pptx, 3.8 MB) en Liander (pptx, 12 MB) aan hoe er verder gewerkt kan worden met de warmteanalyses zoals die er nu liggen. De volgende stap is om de buurten (kleiner dus dan wijken) in te gaan en daarin samen te werken met de inwoners. De transitie zal ook gevolgen hebben voor de infrastructuur, bijvoorbeeld voor bekabeling, de trafohuisjes die in de toekomst veel groter zullen zijn en de aanpassingen op woningniveau die nodig zijn. De sprekers adviseren om deze werkzaamheden, en de daarmee gepaarde overlast, kosten en gevolgen voor de openbare ruimte, mee te nemen in het gesprek met de bewoners.
- Vergroening sociale woningvoorraad van woningcorporaties
Jeffrey Mennen van Aedes/Stroomversnelling legde in zijn presentatie (pptx, 20 MB)uit hoe de woningcorporaties en Aedes toewerken naar een CO2-neutrale woningvoorraad in 2050; met behulp van routekaarten. Uit zijn verhaal bleek o.a. dat 80% van het bezit van de woningcorporaties in Nederland naar Nul-op-de-meter kan worden gebracht. Toch blijkt de inzet van de woningcorporaties in de ingevulde routekaarten veel lager. Een gemiste kans, zou je zeggen! Jeffrey raadt de gemeenten dan ook aan om in de gesprekken over de prestatieafspraken in elk geval naar de routekaart te vragen en het voor deze periode aangevoerde bod aan de routekaart te relateren. Kijk naar de lange termijn: gaan de ambities en doelstellingen van 2050 gehaald worden, met de afspraken die je nu op de korte termijn maakt met de woningcorporatie? Zo niet, wat gaat er dan na deze periode extra gedaan worden om dit te compenseren? En houd het einddoel in zicht: Zorg dat de afspraken uiteindelijk bijdragen aan het einddoel- en, hoe sneller, hoe beter!
- Financiering
Niels Hanskamp van de VNG vertelde in zijn presentatie (pptx, 361 kB) over een aantal financiële maatregelen en constructies die zouden kunnen helpen de gebouwde omgeving te verduurzamen. Vooraf waarschuwde hij dat de financiële kant slechts één van alle stappen is (het wegnemen van een drempel), die nodig zijn om woningeigenaren tot verduurzamingsmaatregelen te verleiden. En dat er voor het aardgasvrij en energiezuinig maken van woningen ook nog de vraag ligt wie er eigenlijk waarover kan en mag beslissen. Apart van gebruik van eigen geld is een gewone lening bij boorbeeld de SVn het goedkoopst. Omdat je daar als lener weer solvabel voor moet zijn wordt er op hoog niveau onderzocht of er ook andere mogelijkheden bruikbaar zijn, zoals objectgebonden financiering. Ook daar zijn weer verschillende methoden voor, die nog geen van allen definitief zijn uitgekristalliseerd. Ondertussen zijn er nu al een aantal manieren voor gemeenten om de keuzes van inwoners met behulp van financiële prikkels in de gewenste richting te sturen.
Vervolg
We kijken terug op een geslaagde middag met zeer interessante workshops. De workshops werden goed ontvangen door de aanwezigen en beschouwd als erg nuttig. Wilt u op de hoogte blijven? Mail dan naar aanmelden@odmh.nl.