Regelgeving voor zwemlocaties
Voor zwemlocaties gelden hoofdstuk 2, paragraaf 2.2.3 (omgevingswaarde kwaliteit van de zwemlocatie), hoofdstuk 3, afdeling 3.2 (kwaliteit en beheer van zwemlocaties) en hoofdstuk 10, paragraaf 10.2.3 (kwaliteit van de zwemlocatie). De regels in het Bkl gelden voor provincies, waterschappen en Rijkswaterstaat. Doel van de regels: het garanderen van een gezonde, en veilige zwemlocatie in oppervlaktewater en het informeren van het publiek. U vindt de volledige teksten op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO): Inhoud Besluit kwaliteit leefomgeving | Informatiepunt Leefomgeving (iplo.nl)(externe link)
Samenvatting
- de provincie wijst jaarlijks, voor het zwemseizoen begint, de officiële zwemlocaties aan;
- de duur van het zwemseizoen is niet meer landelijk geregeld. De provincie Zuid-Holland wijst jaarlijks de zwemlocaties aan. Het zwemseizoen loopt van 1 mei tot 1 oktober;
- het waterschap of Rijkswaterstaat blijft de kwaliteit van het zwemwater tijdens het zwemseizoen één of twee keer per maand laten onderzoeken op de bacteriologische parameters intestinale enterococcen en escherichia coli. Tegelijk met dit onderzoek worden de locaties ook visueel geïnspecteerd op het voorkomen van teerachtige residuen, glas, plastic, rubber of ander afval;
- de provincie (uitgevoerd door de ODMH), het waterschap of Rijkswaterstaat nemen direct maatregelen als het zwemwater niet voldoet aan de actuele normwaarden voor intestinale enterococcen en escherichia coli of wanneer afval in het water is gevonden en informeren het publiek;
- het waterschap of Rijkswaterstaat voert ook na afloop van elk zwemseizoen voor elke zwemlocatie een vier-jaars kwaliteitsbeoordeling (classificering) uit aan de hand van de criteria van bijlage II bij de Europese zwemwaterrichtlijn. Deze classificering kan zijn: uitstekend, goed, aanvaardbaar of slecht;
- de kwaliteit van het zwemwater in een zwemlocatie moet in ieder geval aan de klasse aanvaardbaar voldoen. Het zwemwater mag tijdelijk ‘slecht’ zijn als het waterschap, Rijkswaterstaat of de houder / beheerder van de locatie maatregelen kunnen treffen om de kwaliteit te verbeteren;
- een locatie wordt niet meer als officiële zwemlocatie aangewezen als deze zwemlocatie zich gedurende vijf opeenvolgende jaren in de klasse slecht bevond;
- het waterschap of Rijkswaterstaat blijft periodiek onderzoek uitvoeren naar blauwalgen in het zwemwater. Het beoordelen van de resultaten en het uitvoeren van passende maatregelen bij normoverschrijding door de ODMH, het waterschap of Rijkswaterstaat gebeurt volgens het Blauwalgenprotocol;
- de ODMH onderzoekt in opdracht van de provincie jaarlijks de veiligheid in en rondom de zwemlocatie volgens de ‘Handreiking fysieke veiligheid zwemmers’. Als het nodig is, neemt de provincie of de houder / beheerder maatregelen om de veiligheid van de zwemlocatie te verbeteren.